Onderstammen fruitbomenVermeerdering door zaaien geeft zelden een goed resultaat bij fruitgewassen. Als je bijv. een appelzaadje zaait krijg je nooit een boom die dezelfde appels geeft. Daarom worden fruitbomen geënt. De kweker kiest een onderstam op basis van de groeieigenschappen (zoals geschikt voor zandgrond of juist voor kleigrond; zwak groeiend of sterk groeiend etc.) en plaatst daar een ent op. De ent is een takje van de boom die goede vruchten geeft. De combinatie is dan een goede fruitboom: de voeding wordt verzorgd door de onderstam en de bloemen en vruchten door de ent. Soms zijn een ent en onderstam niet goed verenigbaar. De kweker kan er dan voor kiezen een tussenstam te gebruiken: de tussenstam wordt op de onderstam geënt en later de ent op de tussenstam. Vanwege de enorme verschillen in groeikracht van de onderstam is het van het grootste belang een boom te kiezen met de onderstam die geschikt is voor de plaats (en de beschikbare ruimte) waar je hem wilt planten. Onderstaand is een tabel opgenomen met een indicatie van de groeikracht van verschillende onderstammen. Voor een kleine tuin is dus een zwak groeiende onderstam belangrijk. Bijkomend voordeel is dat zwak groeiende onderstammen in de regel ook eerder vrucht dragen dan sterk groeiende. De Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK) certificeert NL-kwekers. Planten van deze kwekers krijgen een wit of oranje label: wit bij een gecertificeerde afkomst en oranje indien de plant ook gecertificeerd virusvrij is. Op beide labels staat naast de naam van het vruchtbomenras (de 'ent') ook de gebruikte onderstam en evt. tussenstam. Vorige onderwerpFruit Volgende onderwerp